Roken is een lichamelijke verslaving vanwege de stof nicotine. Nicotine zorgt ervoor dat dopamine in het lichaam wordt aangemaakt, ook wel het gelukshormoon genoemd. Elke trek van een sigaret roept daardoor een fijn, belonend gevoel op. Omdat het rookgedrag iets positiefs oplevert, is men geneigd om dit gedrag te herhalen. Het lichaam heeft steeds weer een nieuwe sigaret nodig als het dopamineniveau daalt. Als men te lang niet rookt ontstaan er ontwenningsverschijnselen. Het roken is dus eigenlijk telkens een manier om ontwenningsverschijnselen te onderdrukken.
Naast nicotine zitten er nog meer stoffen in een sigaret, die ervoor zorgen dat de nicotine nog verslavender wordt dan het van zichzelf al is. De nicotine wordt door de stof ammoniak bijvoorbeeld nog beter opgenomen in het bloed en de longen.
Naast een lichamelijke verslaving is roken ook een geestelijke verslaving.